Kerkrentmeesterlijk quotum
Plaatselijke gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland betalen jaarlijks een verplichte financiële bijdrage aan het bovenplaatselijke (ambtelijke en dienstverlenende) werk. Deze verplichting wordt omschreven in ordinantie 11: De vermogensrechtelijke aangelegenheden. In deze ordinantie staat onder hoofdstuk IV ‘De Generale Financiën van de Kerk’ bij artikel 20 lid 3, dat de kleine synode een quotum - een evenredig aandeel in een op te brengen belasting - mag heffen van de gemeenten en van de diaconieën om de arbeid van de kerk te financieren. In de Uitvoeringsregeling behorend bij de Uniforme quotisatieregelingen en de Solidariteitskas wordt uitgewerkt hoe deze quota worden geheven. Volgens deze regeling worden aan plaatselijke gemeenten verplichte aanslagen opgelegd, namelijk:
Deze quota zijn gebaseerd op een percentage van (een deel van) de inkomsten van een gemeente of diaconie, waarbij in het diaconaal quotum ook nog rekening gehouden wordt met een bedrag per belijdend lid. Voor de solidariteitskas dient door de plaatselijke gemeenten een verplichte bijdrage te worden betaald op basis van het aantal belijdende leden van een gemeente. Kerkrentmeesterlijk quotum De inkomsten uit het kerkrentmeesterlijk quotum zijn bestemd voor onder meer gemeenteopbouw, begeleiding van predikanten, scholing en nascholing van predikanten en kerkelijk werkers, jeugdwerk, oecumene (het niet-diaconale deel) en provinciaal kerkenwerk, en bovendien voor ondersteunende activiteiten die het kerkenwerk mogelijk maken, zoals communicatie en fondsenwerving, synodewerk, juridische zaken, financiën en personeelswerk. Het kerkrentmeesterlijk quotum is een percentage van de inkomsten van een plaatselijke gemeente, voortkomend uit levend geld, uit onroerend goed en uit overig bezit, met enkele uitzonderingen. Jaarlijks ontvangen de 'kerkrentmeesters' in mei een formulier K en een toelichting waarop zij de gegevens kunnen invullen; in december krijgen zij te horen welk quotumbedrag daaruit voortvloeit. Diaconaal quotum De inkomsten uit het diaconaal quotum zijn bestemd voor diaconaal kerkenwerk, zoals diaconaal werk op provinciaal niveau, dienst in de samenleving en oecumene (het diaconale deel) en bovendien voor ondersteunende activiteiten die het diaconaal werk mogelijk maken, zoals communicatie en fondsenwerving, synodewerk en juridische zaken. Het diaconaal quotum is enerzijds gebaseerd op aantallen belijdende leden, anderzijds op inkomsten uit levend geld, uit onroerend goed en uit overig bezit van diaconieën, met enkele uitzonderingen. Jaarlijks ontvangen de ‘diakenen’ in mei een formulier D en een toelichting waarop de gegevens kunnen worden ingevuld; in december krijgen zij te horen welk quotumbedrag daaruit voortvloeit. | ||
terug | ||